De openbare bibliotheek van Amsterdam aan het Oosterdok. Een veel geprezen gebouw waarin je goed moet kijken om te vast te stellen dat je niet in de openbare ruimte van een ziekenhuis bent beland en dat ze
er behalve computers ook heus wel boeken hebben.
Tegelijk met mij komen een vader en een zoontje binnen. Om het gebouw verder te in te gaan moet je een lage, brede trap op. Daarom is er aan de zijkant
een liftje voor invaliden. Het zoontje huppelt er naartoe.
‘Nee,’ roept de vader, ‘dat is
voor mensen die niet kunnen lopen!’
‘Ik kan ook niet lopen,’ zegt het zoontje.
‘Je loopt toch,’ antwoordt de vader lachend.
‘Ja, maar ik heb zere benen.’
De vader werpt het zoontje een berispende blik toe. Het zoontje begrijpt dat het te ver is gegaan en komt terug, ook weer huppelend. Niks zere benen.