Het Campo Santa Margherita in Venetië omstreeks elf uur in de ochtend. Het is al warm. Zij gaat een boekwinkeltje binnen om ansichtkaarten te kopen, hij blijft buiten
staan rondkijken.
Een jonge vrouw komt uit een zijsteeg en steekt met strijdbare tred het plein over. Op een terras zit als enige klant een eveneens jonge vrouw met een goudkleurige tas voor zich op
de tafel.
De strijdbare vrouw komt bij haar aan en grist de tas weg. De zittende vrouw veert op en grijpt de tas. Sjorrend en krijsend betwisten ze elkaar het bezit ervan. De verdedigster
weet hem terug te veroveren, de aanvalster smijt een asbak naar haar hoofd, de verdedigster wordt tot aanvalster door haar naar de strot te vliegen.
Voorbijgangers blijven staan. Een kelner uit het
café waar het terras bij hoort en een man van elders, schieten toe om de vrouwen uit elkaar te halen. Een bloemenkoopman komt het plein op, merkt wat er aan de hand is en begint luid zingend rondjes te dansen om de aandacht af te leiden. De toegesnelde
mannen slagen erin de vechtende vrouwen te scheiden. De bloemenkoopman probeert zijn waar aan de doorlopende toeschouwers te slijten.
Onwetend van wat zich heeft afgespeeld, komt zij met ansichtkaarten
naar buiten. Hij brengt verslag uit. Zij vindt het jammer het te hebben gemist. Dan zetten ze hun tocht door de stad voort en komen ze even later de eerste aanvalster tegen. Vergezeld door twee andere mannen dan die hebben ingegrepen, keert ze luid orerend
terug naar de arena.