Een reiziger ben ik niet, maar wel altijd onderweg
naar wat ik eens verliet, altijd onderweg naar vanwaar
ik ooit
kwam, zelfs in mijn gaandeweg gehaatliefde Amsterdam
en waarschijnlijk tot uiteindelijk de doodsklok voor me zal luiden
altijd onderweg naar dat verdoemde IJmuiden.
Zo ik iets ben, ben ik Lübecker, zei Thomas Mann
en
Louis Couperus, zo ik iets ben, ben ik een Hagenaar.
Niet dat ik die twee ook maar in de verste verte evenaar
maar toch, zo ik iets ben, ben ik een IJmuidenaar.
© Coos de Goede januari/februari 2017