Hier het titelgedicht van de onlangs verschenen bundel.
In overwegend korrelig grijze
maar toch zo zonnige beelden
genoten ze van hun lichamen
wisten
ze niet of ze mooi waren
maar gingen ze daar vanuit
en vonden ze het van elkaar
Hij beloofde en zij geloofde
tot zij steeds meer broze dagen telde
en hij zelfs niet meer in staat bleek
zijn eigen
smeekbeden te bedenken:
laat me niet alleen/ne me quitte pas.
Maar dat deed ze wel
en het weinige dat ze achterliet
was tegelijk onbegrijpelijk veel
die overwegend korrelig grijze
maar
toch zo zonnige beelden.