Kamers behangen met vergeeld verdriet,
dwalend verdwaald in krochten en gehuchten
van dertigerjaren armoe, vijftigerjaren
karigheid,
verdoemenis van verleden en heden: zeeën
en oceanen gevuld met zoute tranen.
De ijdele hoop houvast te vinden in vriendschap,
omgang met kennissen, collega’s, gelijkgestemden,
een geloof, maar onbereikbaar voor en door anderen
en geloof niets meer, anders en beter dan de vlucht
voor een onbewust besef daarvan.
© Coos de Goede 2021